Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Jansen de Wit

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Jansen de Wit
Jansen de Wit.jpg
Kousenfabriek Jansen de Wit Hoofdstraat Schijndel
Gebruik kousen- en sokkenfabriek
Gereed 1917
Sluiting 1986
Bouwpartners
Architect Ch.J. van Liempd
Eigenaar M. Jansen en C. de Wit

Jansen de Wit, Hoofdstraat 183 (1915 - 1986) [1][bewerken | brontekst bewerken]

Martinus Jansen en Catharina de Wit oprichters van kousenfabriek Jansen de Wit.

In 1915 besluit het echtpaar Martinus Jansen en Catharina de Wit om hun bedrijf, gesticht in 1830 te Eindhoven, over te plaatsen naar Schijndel.
De eerste breimachine wordt geïnstalleerd in twee woningen aan de Kluisstraat. Inmiddels werkt architect C.J. Chris van Liempd aan een schetsontwerp voor een kousen- en sokkenfabriek en de bouw is in 1917 voltooid.

Tijdens de granaatweken worden in de kelders van ‘de Sok’, zoals het bedrijf in de volksmond genoemd wordt, heel veel evacués opgevangen. In oktober 1944 is de fabriek zwaar gebombardeerd, maar wordt er daarna voortvarend gewerkt aan het herstel.

In 1955 viert men het 125-jarig bestaan en in 1986 wordt het voor Schijndel zo markante gebouw gesloopt, nadat het bedrijf in 1985 failliet is verklaard. Tegenover Jansen de Wit bevond zich het Jansenpark, in 1955 voor het personeel aangelegd en in 1970 geschonken aan de gemeente.

Gebouw ontworpen door Ch.J. van Liempd.
Gebouw ontworpen door Ch.J. van Liempd.
Jansen de Wit 20 februari 1970.




















Samenvatting [2][bewerken | brontekst bewerken]

De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) zorgde voor concurrentie tussen Eindhovense fabrieken. Door gebrek aan buitenlandse producten ging de grootste fabrikant, Philips, deze zelf produceren. Philips slokte alle werknemers op. Kousenfabrikant Jansen de Wit verhuisde zijn fabriek naar Schijndel. Daar waren volop kousenbreisters te vinden!

Kousen waren populair. Het waren gebreide sokken van wol of katoen. Later kwamen er kousen van viscose (= kunstzijde) en nylon. Met machines lukte het om kousen zonder naad te breien. Dat heette 'machinale breierij'.

De kousen werden door vrouwen gebreid. Ze werden kousenbreisters genoemd. Vrouwen konden beter omgaan met de tere stoffen waar de kousen van gemaakt werden.

Martinus Jansen en Catharina de Wit hadden een machinale breierij in Woensel bij Eindhoven. In Eindhoven was veel concurrentie van Philips. Bijna alle werknemers in Eindhoven werkten bij Philips. De kousenfabriek van Jansen de Wit moest naar een plaats waar genoeg kousenbreisters te vinden waren.

Jansen de Wit vond plek in Schijndel. Vanaf 1915 werkten 20 Schijndelse meisjes achter stoommachines als kousenbreisters. In 1916 werd een nieuwe fabriek gebouwd. Stoomkousenfabriek Jansen de Wit. Er was zelfs elektrisch licht in de fabriek!

In 1924 waren er 100 werknemers in de fabriek, in 1938 al 1000 en in 1953 meer dan 2000! Omdat er niet genoeg werknemers in Schijndel waren, kwamen er zelfs fabrieken in Sint-Oedenrode en Veghel. Jansen de Wit werd de grootste kousen- en sokkenfabriek van West-Europa.

Rond 1970 kregen de dure kousen van Jansen de Wit concurrentie van goedkope buitenlandse kousen. De regering beloofde steun als Jansen de Wit zou samengaan met een fabriek in Emmen. In 1977 stopte de steun. Meer dan 2000 Schijndelaren protesteerden met hun burgemeester op straat. Zelfs de burgemeesters van Sint-Oedenrode en Veghel protesteerden mee. Bedrijfssluiting zou een ramp zijn voor de regio.

Het protest hielp niet. In 1985 ging Jansen de Wit failliet. Alle werknemers werden ontslagen. De reusachtige fabrieken werden afgebroken. Nu herinnert het beeldje van de kousenbreister in het Jansenpark aan de grootste kousenfabriek van West-Europa die ooit in Schijndel stond.

Modinette-opleiding bij Jansen de Wit[3][bewerken | brontekst bewerken]

Donderdag 2 juli 1964 had in de kantine van de Koninklijke Kousen- en Sokkenfabrieken M. Jansen de Wit N.V. de diploma-uitreiking plaats aan 15 meisjes van de modinette-opleiding.
De opleiding is een eenjarige cursus die gegeven wordt aan 15-jarige meisjes die de lagere school juist verlaten hebben. Voor de meisjes betekent dit als het ware de “soepele” overgang van school naar fabriek.
Aan de diploma-uitreiking is een twee dagen durend examen voorafgegaan. De examencommissie, bestaande uit de heer H. Noorman uit Utrecht, afgevaardigde van Vertriko (Vereniging tricot- en kousenfabrikanten) als voorzitter, de heer J.A. Bollen, consulent Betex (Bedrijfsgroep Textiel) als secretaris en de heren A. Marinus en Daniëls van JedeWe als leden.

In de navolgende vakken moesten de meisjes hun vaardigheid tonen:

  1. Theorie bestaande uit materialenkennis, machineleer, monsters van artikelen, sociale wetgeving, bedrijfskennis;
  2. Naaien van wollen jumpers op de kettingsteekmachine;
  3. Naaien van hoesjes op stiksteekmachine;
  4. Elastiek aannaaien op de tweenaaldselastiekmachine;
  5. Mazen;
  6. Kettelen;
  7. Aflocken op de driedraadsoverlockmachine;
  8. Orde en netheid en
  9. Werkboekje.

Er namen 17 meisjes aan het examen deel. Slechts 2 werden er afgewezen.
Bij de diploma-uitreiking door burgemeester A. van Tuijl waren de ouders van de geslaagden eveneens uitgenodigd.
Mijnheer Mathieu sprak namens de directie. Hij wees op de betekenis van de opleiding voor het meisje en voor het bedrijf. Voor het meisje betekent het diploma naast verkregen vaardigheid een overgang van school naar bedrijf. Tegenwoordig is het niet meer juist om rechtstreeks van de lagere school het bedrijf in te stappen. Een zekere technische bekwaamheid en kennis van het bedrijf is beslist noodzakelijk om mee te kunnen en een voorbeeld te kunnen zijn voor anderen.
Voor het bedrijf waarborgt de opleiding een extra goed product. De cliënt stelt hoge, steeds hogere, eisen en als we niets aan de voorbereiding zouden doen, zouden we niet meekunnen. Met handvaardigheid en smaak moeten we mooie producten kunnen maken. Daarom is mijnheer Mathieu dankbaar degenen die het onderwijs hebben gegeven en degenen die meewerkten bij de totstandkoming van het schooltje.
Hierna reikte de burgemeester de diploma’s uit aan: J. van Liempd, M. van Oorschot, J. van de Greef, J. Smulders, C. Hellings, M. van de Rijdt, A. van Uden, A. Langenhuysen, H. van de Ven, M. Hellings, J. Brus, M. Mutsaers, M. Steenbakkers, T. Nolle en J. Hoogzaad.
De burgemeester sprak daarna zijn waardering uit over de opleiding. Niet alleen worden de meisjes opgeleid om een mooi product te maken, maar er wordt ook gedacht aan de vorming van hun toekomstig leven (naast deze opleiding gingen de meisjes 1 dag per week naar de St. Anna huishoudschool te Uden), want, zo voorspelde de burgemeester, als ik deze meisjes goed aankijk zullen ze niet tot hun 65ste in de fabriek blijven.
Met deze opleiding geeft de directie blijk bij de tijd te zijn en het behaalde resultaat van dit eerste jaar is een morele steun om verder te gaan.
De ouders kunnen gerust hun dochters toevertrouwen aan een bedrijf waar zulke sociale omstandigheden zijn. Voor de hele gemeente en ver daarbuiten betekent dit bedrijf een zegen.
Mijnheer Mathieu wees erop dat de meisjes nu niet uitgeleerd zijn maar dat de jongerencursus en de Mater Amabilisschool nu voor hen open staan.
Verder is het niet de bedoeling om de meisjes lang op het bedrijf te houden maar ze moeten gauw veel gaan verdienen en sparen om zich een bruidsschat te verwerven.
Mijnheer Mathieu zei het belangrijk te vinden dat de ouders ook betrokken zijn geweest bij de vorderingen (iedere week behoort het werkboekje door hen afgetekend te worden) en daarom wordt ook graag rekening gehouden met hun opmerkingen. Hij dankt de burgemeester voor zijn aanwezigheid en biedt hem een langspeelplaat aan voor zijn zoon, die op die dag verjaarde.
Na een korte pauze worden wederzijds cadeaus aangeboden.
Namens de directie ontvingen alle geslaagde meisjes twee paar kousen.
Josien van Liempd slaagde met een gemiddelde van 8.7 en mijnheer Mathieu deed haar een zilveren armband met inscriptie om. Het is de bedoeling dat dit een traditionele prijs wordt.
Josien van Liempd dingt ook mee naar het door Betex ter beschikking gesteld horloge voor de beste landelijke kandidaat.
Maria van Oorschot en Josien van de Greef beiden met een gemiddelde van 7.8 kregen respectievelijk een nageletui en een lederen poederdoos.
Alle geslaagden kregen een vrije dag en verder nog de belofte van een uitstapje.
Mijnheer Mathieu dankte nog degenen die de opleiding hebben gegeven, de examencommissie en alle andere medewerkers. Hij sprak de hoop uit dat de opleiding van heel groot belang zou blijken te zijn voor de toekomst en dat deze meisjes de goede naam van JedeWe nog hoger op zouden stuwen.
Mevrouw Van Uden sprak namens de ouders een dankwoord tot de directie. Zij dankte voor de mooie opleiding, voor de zorg aan de meisjes besteed en voor de manier waarop de leiding van het bedrijf een stukje van de opvoeding overneemt. Zij hoopte dat de overige jaren voor de meisjes steeds fijne jaren zouden zijn en de directie steeds tevreden over hen zal zijn.
José Hoogzaad bood namens alle meisjes van de opleiding aan de leidster mej. J. Swanenberg een cadeau aan bestaande uit een byouteriedoosje en een sjaal. Maria van Oorschot bood haar bloemen aan na een treffende declamatie.
Na het aanbieden van een verfrissende dronk kwam er een einde aan deze mooie avond.

Overige afbeeldingen.[bewerken | brontekst bewerken]

Luchtfoto's van de fabriek van Jansen de Wit.[bewerken | brontekst bewerken]

De gebouwen van de fabriek van Jansen de Wit.[bewerken | brontekst bewerken]

Productieproces in de fabriek van Jansen de Wit.[bewerken | brontekst bewerken]

De timmerwinkel[bewerken | brontekst bewerken]

Video’s[bewerken | brontekst bewerken]

Video Kousenfabriek Jansen de Wit en bezoek Koningin Juliana in 1939 - 1940
Video Jansen de Wit
Video De Sok

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Attentietegels in Schijndel.
  2. Canon van Meierijstad
  3. De Schijndelse Krant 10 juli 1964